Wat doe je in een treincoupé vol luidruchtig telefonerende medereizigers?
Doe je gewoon mee? Vertrek je naar een stiltecoupé? Besluit je voortaan weer de auto te pakken?
De gedachte aan het beïnvloeden van elkaars gedrag is vaak te eng.
‘Vijftien miljoen mensen/op dat hele kleine stukje aarde/ die schrijf je niet de wetten voor/ die moeten niet het keurslijf in/die laat je in hun waarde.’
Wat betekent een dergelijke instelling in de huidige (werk)wereld die zo complex en dynamisch is geworden?
Samenwerkingsverbanden worden steeds ingewikkelder. Een voorbeeld: het CPB rapport ‘Nederland in 2040’ meldt dat 70% van de productie van de Boeing 787 Dreamliner plaats vindt in 43 verschillende bedrijven op 135 verschillende locaties.
Individualisme en competitiedrang houden ons weg van de broodnodige samenwerking.
Waarbij ik het verschil wil benadrukken tussen individualiteit (uniekheid, identiteit, persoonlijkheid) en individualisme (zelfzucht, geen rekening houden met anderen, egoïstisch gedrag).
We kunnen onszelf zijn zonder anderen uit te buiten of te negeren!
Individualisme en competitiedrang zijn gebaseerd op de aanname dat er niet genoeg is van wat iedereen nodig heeft. En vanwege die op schaarste georiënteerde blik menen wij dat delen met anderen tot eigen tekort leidt.
Samenwerking op basis van delen is mogelijk. Maar dat vereist een vijftal zaken:
- Overvloed. Echte samenwerking is gebaseerd op het uitgangspunt dat er overvloed is.
Er kan sprake zijn van aantoonbare tekorten die eerst aangevuld dienen te worden voordat van samenwerking in overvloed sprake kan zijn. Ook zijn er mensen die geen bereidheid hebben om te delen, zelf niets willen geven en alleen komen halen. Is er geen bereidheid tot verandering dan is samenwerking met zo iemand (nog?) niet mogelijk en beëindig je de samenwerking. Dit is geen strafmaatregel, maar iets wat je gewoon niet meer wil. Vanwege het oncoöperatieve gedrag van de ander.
– - Geen machtspelletjes. Er worden geen machtsspelletjes gespeeld onder geen enkele voorwaarden.
Dit is een van de moeilijkste onderdelen om tot echte samenwerking te komen. We zijn opgevoed en ondergedompeld in de angst voor schaarste en denken niet zonder macht te kunnen om te krijgen wat we willen.
– - Gelijke rechten. Daarom is het dan ook van essentieel belang dat er voor alle betrokkenen
gelijke rechten zijn.
Er van uitgaande dat er genoeg is voor iedereen, is er overeenstemming dat iedereen gelijke rechten heeft op tevredenheid en gelijke verantwoordelijkheid draagt in het proces van samenwerken.
– - Transparantie. Dit betekent concreet dat er geen geheimen zijn voor elkaar over dat wat ieder wil.
De afspraak is dat iedereen open en duidelijk vraagt om dat wat hij/zij nodig heeft.
Een van de grootste struikelblokken in een goede samenwerking is dat mensen niet zeggen wat ze verlangen of het gewoon niet weten.
Het gaat er om behoeftes te verhelderen, waarna vervolgens kan worden onderhandeld over wat er nodig en mogelijk is.
Open en aandachtig in gesprek te gaan met elkaar door niet alleen je hoofd te gebruiken, maar ook je hart. Een coöperatieve manier van samenwerken heeft als uitgangspunt dat ieder persoon met dat wat hij/zij verlangt okay is, dat iedereen wil en kan bijdragen en dat iedereen het verdient genoeg te krijgen van datgene wat hij/zij nodig heeft. Met hart voor elkaar, maar hard voor het resultaat: is er geen bereidheid te delen dan is samenwerking (nog?) niet mogelijk.
– - Autonomie. Samenwerken betekent dat je elkaar niet hoeft te redden.
De afspraak dat iedereen vraagt om dat wij hij/zij nodig heeft, betekent dat zonder een duidelijke aanwijzing dat er ergens behoefte aan bestaat, er ook geen aanbod is (ongevraagde hulp, begeleiding, controle of wat dan ook). Let wel, een overdreven negeren van een inzicht dat de ander iets verlangt is hierbij niet aan de orde. Immers een verharding van je waarneming aangaande de behoefte van een ander is oncoöperatief.
Om deze 5 zaken te realiseren zijn leiders met een hart hard nodig: hart voor het proces, én hard voor het resultaat.
Ik kies voor samenwerken op basis van delen.
Waar kies jij voor?
Bronnen:
• Songtekst ‘Vijftien miljoen mensen’, Fluitsma&van Tijn, 1996.
• Artikel ‘De economie houdt niet op bij de grens’. Floor Milikowski in de Groene Amsterdammer, 19-03-2015.
• Artikel ‘Asociale controle’, Herman Vuijsje in de Groene Amsterdammer, 19-03-2015.
• Op dood spoor, Claude M. Steiner, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 1988.
• Tekening gemaakt door Gerda Dekker, DCpaardencoaching.
Fijn als je dit artikel doorstuurt naar andere geïnteresseerden.
Copyright © 2014 Marlou-Elsen Je mag mijn artikelen of delen van mijn artikelen gebruiken, mits je de volgende status als bronvermelding opneemt (Copyright © 2014 Marlou-Elsen, www.marlou-elsen.nl). Ik vind het fijn als je mij daarover informeert.
Schrijf je in voor mijn e-boek Van Keuzestress naar Keuzekunst. Dan ontvang je iedere derde dinsdag van de maand een waardevol artikel in je mailbox.