GEZONDE ORGANISATIES VORMEN
Kiezen het goede te doen en daar voor uitkomen. Hoe doe je dat in de huidige samenleving?
Hoe neem je in deze volheid je plek in? Voor welke stem, voor welk idee, welk perspectief kies je? Hoe werk je prettig samen als je min of meer gedwongen wordt tot samen werken? Want we zijn blijkbaar in een participatiesamenleving terecht gekomen. Hoe om te gaan met de verscheidenheid aan mensen en hun verschillende perspectieven?
Neem de drie decentralisaties zorg, jeugd en werk. Fraaie vergezichten. Zeker geen gek idee.
Maar vergezichten blijken vaak te hoog gegrepen. Je kan niet op voorhand vertellen wat je resultaten zullen zijn als je vorm wilt geven aan iets nieuws. Een reis naar het onbekende kan zich niet bij voorbaat verantwoorden. En wanneer je dat wel eist, beneem je het zicht op betere resultaten.
Van onderstaand bericht kreeg ik het benauwd.
‘Elke instelling voor jeugd-ggz (kinderpsychiatrie) moet vanaf januari alleen al in Friesland 96 keer per jaar vergaderen met gemeenteambtenaren. In het hele land moeten ze van elke gemeente waar ze werken (403 in totaal) gaan bijhouden of de jaarbegroting voor psychische hulp aan kinderen al op is. Zo ja, dan kunnen ze een nieuw kind met gedragsproblemen niet in behandeling nemen’. Dit klinkt niet bepaald als een ontwikkeling met winst voor de burger. En ook de professional, die al omkomt in de bureaucratisering met versnippering, verkokering, langs elkaar heen werken tot gevolg, is hier niet bij gebaat. Want wat hebben zij met deze ontwikkeling te winnen?
Als een overheid of een publieke instantie participatie voorstaat in plaats van ingrijpen dan vraagt dit kiezen voor een echt andere werkwijze. Het gaat om een uitbreiding van mogelijkheden om oplossingen te zoeken en niet om een beperking er van zoals het zich nu laat aanzien.
VIER SUCCESASPECTEN OM GEZONDE ORGANISATIE TE VORMEN …